De Papiermolen
60 jaar
De Papiermolen werd in 1955 geopend. Het 50-jarig bestaan was aanleiding voor een Beno's Stad over het Groningse openluchtbad, voor het eerst uitgezonden op OOG TV op 21 april 2005. Architect Jac. Koolhaas kwam er speciaal voor naar Groningen.
Aan de Kleine Badstraat
Voordat De Papiermolen in 1953-’55 wordt gebouwd, zijn de Groningers aangewezen op de uit 1880 daterende ‘Gemeentelijke Bad- en Zweminrichting’ aan de Kleine Badstraat. Het zwemwater komt uit het Hoornsediep en wordt verdeeld over vier bassins: een diep en ondiep voor betalende bezoekers en hetzelfde voor de niet-betalenden. Het gedeelte voor de betalenden – dat groter is en meer badhokjes telt – wordt in de volksmond aangeduid als het ‘Herenbad’. De Groningers noemen het andere gedeelte het ‘Loezenbad’, omdat verondersteld wordt dat arme mensen luizen hebben.
Doordat de belangstelling voor het zwemmen in de jaren twintig en dertig toeneemt, wordt gezocht naar alternatieven voor de vieze en vaak overvolle zweminrichting in de Badstratenbuurt. Er wordt wel gezwommen in de vijver van het Stadspark, maar als officieel zwembad voldoet dit toch niet. Het duurt tot 1948 voor het gemeentebestuur aan directeur H.J. Dix van de Dienst Stadsuitbreiding en Volkshuisvesting opdracht geeft ‘een geheel nieuw openluchtbad voor gemengd zwemmen in parkachtige omgeving in de uitbreiding dezer gemeente’ te projecteren.
Er zijn twee mogelijke locaties: ten zuiden van het Stadspark of in het nog aan te leggen Rabenhauptpark bij het Helperdiepje. De eerste valt af omdat de veengrond de aanleg te duur maakt en slecht is voor de gezondheid. Het Rabenhauptpark is de beste locatie voor het nieuw te bouwen zwembad vanwege de zandgrond van de Hondsrug en de ligging tussen de bestaande stadsdelen en de nieuwe uitbreidingswijken Corpus den Hoorn en de Wijert-Noord.
Koolhaas
Als ontwerper kiest Dix de nog maar net bij zijn dienst aangestelde architect Jac. Koolhaas. Aan de hand van het door het gemeentebestuur opgestelde ‘programma van eisen’ maakt de architect een schetsontwerp, dat hij in het voorjaar van ’49 presenteert. Voor zijn ontwerp heeft Koolhaas zich laten inspireren door de omgeving. Zo laat hij de voormalige Helperlinie als het ware in het bad terugkomen door de bassins rond een bastionvormig middenterrein te leggen.
Tussen 1950 en ’53 gaan Dix en Koolhaas op nader onderzoek uit. Ze laten zich onder andere informeren bij de zwembond en bezoeken diverse nieuwe openluchtbaden. Koolhaas gaat in 1952 zelfs naar Helsinki om het Olympisch Zwemstadion te bekijken. Aanvankelijk projecteert de architect het hoofdbad met tribune aan de westkant, maar uiteindelijk spiegelt hij zijn hele ontwerp om pragmatische redenen. Zo kan de tribune tevens dienen als geluidswal tussen het zwembad en de achterliggende Rooms Katholieke begraafplaats.
Opening 21 mei 1955
De naam van het nieuwe bad wordt De Papiermolen. Voordat het openluchtbad er wordt gebouwd, is er namelijk een buurtschap van die naam. Dit is genoemd naar een papiermolen, die hier van 1734 tot 1843 staat. De huisjes worden gesloopt, vlak voordat de bouw van het zwembad in 1953 begint. Omdat de verwachting is dat het nieuwe bad het volgende jaar klaar zal zijn, is de inrichting aan de Kleine Badstraat in 1953 voor het laatst open.
De bouw van De Papiermolen loopt door de strenge winter van ’54 echter vertraging op. Een geluk bij een ongeluk is dat het die zomer bar slecht weer is. Als het bad op zaterdag 21 mei 1955 eindelijk wordt geopend, is het ook niet bepaald warm. Het Nieuwsblad van het Noorden spreekt van ‘huiverende toeschouwers bij de zwemdemonstraties’. Ook voor de zwemmers en zwemsters is het koud, want het water is tot 1965 onverwarmd. Maar dit alles drukt de pret niet, want de stadjers zijn er van overtuigd dat De Papiermolen het mooiste openluchtbad is van West-Europa. Het is bovendien multifunctioneel, want Koolhaas heeft aan de rand van het diepe bassin een orkestbak laten aanleggen.
In de jaren zestig komen er regelmatig topzwemmers en –zwemsters naar De Papiermolen. Zo worden er interlands gezwommen en in 1967 zijn de Nederlandse kampioenschappen in De Papiermolen. Groningse toppers als Coby Sikkens en Kleny Bimolt halen er gouden medailles, maar het meeste indruk maakt het wereldrecord op de 200 meter vlinderslag van Ada Kok.