Het imperium van Piebe Belgraver
aflevering Beno's Stad
In april 2003 maakte ik een aflevering Beno's Stad over de Groningse aannemer/architect/projectontwikkelaar Piebe Belgraver. Hij bouwde eind negentiende eeuw een groot huizenbezit op, maar dat kon niet verhinderen dat de stadjer in geldzorgen kwam en een faillissement slechts ternauwernood kon worden afgewend.
Piebe Belgraver wordt in 1854 in de Cubasteeg geboren als een na jongste van acht kinderen van timmerman Piebe Belgraver sr. en Annegien van der Molen. Piebe brengt het grootste deel van zijn jeugd door in de Oliemolensteeg (nu Oliemulderstraat). Net als zijn drie broers leert Piebe het bouwvak van zijn vader. In 1878-’79, als vader Belgraver al zes jaar dood is, bouwen de zoons voor het eerst zelf een aantal ‘woonkamers’. Drie jaar later wordt Piebe zelfstandig bouwer. In november 1881 wil hij bouwen op de hoek van de Zwarteweg en de aan te leggen Kleine Bergstraat. De vergunningen worden snel verstrekt en na enkele maanden zijn een winkelhuis en drie woningen klaar. Belgraver ziet meer mogelijkheden aan deze rand van de stad en koopt enkele jaren later - op 6 december 1884 - bij een openbare verkoping in het koffiehuis van Vos aan de Nw. Boteringestraat voor f.4150,- een voormalige ‘Mennisten kolfbaan’ op de hoek van de Zwarteweg en de Kerklaan.
Belgraver wil aan de Kerklaan twee ‘kamers’ bijbouwen, maar krijgt hiervoor geen toestemming omdat de laan nog geen openbare weg is. Hierop dient hij een bouwaanvraag in voor vijftien woningen op een andere hoek van zijn pas verworven terrein. Hoewel de Zwarteweg evenmin een openbare weg is, kan de gemeente dit keer niet weigeren omdat er al eerder bouwvergunningen zijn verstrekt. In 1887 heeft Belgraver voor hetzelfde terrein een nieuw bouwplan. Hij wil aan een aan te leggen zijstraat van de Kerklaan bouwen. Sommige gemeenteraadsleden vrezen een slop of doodlopende straat, maar als Belgraver belooft de straat te zijner tijd te zullen doortrekken, krijgt hij zijn bouwvergunning. Vijf jaar later maakt Belgraver zijn belofte waar en zo wordt de Rijskampenstraat helemaal een Belgraverstraat.
In 1887 is Piebe Belgraver niet alleen in de Noorderplantsoenbuurt actief. Hij gaat ook aan de slag op de voormalige vestinggronden aan de Westerhavenstraat en de Nieuwe (Verlengde) Visserstraat. Aan de laatste straat bouwt Piebe voor zichzelf, zijn vrouw Lummechiena Scharmga en hun gelijknamige kinderen. Een paar jaar vraagt Piebe geen bouwvergunningen aan, maar in 1890 – als hun derde en laatste kind Annegiena wordt geboren – begint een nieuwe reeks. Ook Piebes jongere broer Geert wordt nu actief op de bouwmarkt. Een aantal jaren steekt hij zijn broer naar de kroon, maar na 1899 is het toch vooral weer Piebe.
Piebe Belgraver bouwt her en der in de stad kleine huisjes, beneden- en bovenwoningen, maar ook herenhuizen en villa’s. Voor zijn eigen gezin verrijst Praediniussingel 39. Het lijkt allemaal niet op te kunnen voor Belgraver, maar de in 1902 in werking tredende Woningwet strooit roet in zijn eten. De overheid gaat hogere eisen stellen, waardoor de bouwkosten stijgen. Belgraver merkt dit onder meer bij de aanleg en bebouwing van de Jozef Israelsstraat en het Jozef Israelsplein.
Ook de oprichting van woningbouwverenigingen zit Belgraver niet lekker. Als president van woningverhuurdersvereniging ‘Door Eendracht Sterk’ tekent hij in 1904 bezwaar aan tegen overheidssteun voor de oprichting van ‘Volkshuisvesting’. Hij is van mening dat steun zal leiden tot ‘eene kunstmatige verlaging van de huurprijzen’. Deze lagere inkomsten kunnen er volgens hem toe leiden dat ‘het gebrek aan woningen wederom zal toenemen’. Het gemeentebestuur is niet gevoelig voor Belgravers bezwaren en ‘Volkshuisvesting’ ontstaat.
Geldproblemen
Vanaf 1903 bouwt Belgraver ook buiten de stad. Hij gaat aan de slag in Assen, Vries en in Haren koopt hij in 1910 het enorme landgoed Voorveld, bestaande uit een villa, drie boerenplaatsen en 26 hectare grond. Belgraver bouwt er nog een villa bij, maar het landgoed luidt zijn einde in. Hoewel hij regelmatig huizen verkoopt, komt hij voor zijn bouwprojecten steeds vaker geld tekort. In 1912 is er geen redden meer aan. Een faillissement kan alleen worden afgewend door zijn hele bezit over te doen aan zijn schuldeisers, de handelaren in bouwmaterialen. De nieuwe maatschappij heet wel ‘NV Belgravers Bouwmaatschappij’, maar Piebes rol is uitgespeeld. Op 12 augustus 1916 meldt het Nieuwsblad van het Noorden: ‘P. Belgraver, architect alhier is gistermiddag in de Heerestraat plotseling doodgebleven’. Op de Zuiderbegraafplaats herinnert een grafsteen aan deze zeer productieve Groningse bouwer.
Beno Hofman