Taco Mesdag en Geesje van Calcar
Beno's Stad
Na het overlijden van Taco Mesdag schonk zijn weduwe Geesje van Calcar het Groninger Museum een grote collectie schilderijen en aquarellen. Zo ontstonden twee ‘Taco Mesdagzalen’ en verschoof het accent van het museum van oudheden richting kunst. In 2003 werd door het Groninger Museum teruggeblikt op '100 jaar Taco Mesdagcollectie' en was er tevens een tentoonstelling in de Fraeylemaborg gewijd aan het werk van Taco Mesdag en Geesje van Calcar. Dat was toen aanleiding om aan de twee Groningse kunstenaars een aflevering Beno's Stad te wijden.
Taco Mesdag wordt in 1829 geboren op Hoge der A 9 (dan H99) als oudste zoon van de doopsgezinde fabrikant, handelaar, bankier en kunstliefhebber Klaas Mesdag en zijn vrouw Johanna Willemina van Giffen. Na Taco krijgt het paar nog de zonen Hendrik Willem en Gilles.Vader Mesdag leidt de jongens op voor de zaak, maar Taco en H.W. mogen daarnaast lessen volgen op Academie Minerva. Bij Pictura hebben beide schilders in 1849 hun eerste expositie, samen met de Amsterdamse schilder Paul Gabriel. Gestimuleerd door echtgenote Sientje van Houten zegt H.W. de zaak in 1866 vaarwel
en wordt beroepsschilder, eerst in Brussel, later in Den Haag.
Taco blijft wonen en werken bij zijn vader aan de Hoge der A en het schilderen is voor hem bijzaak. Dit verandert enigszins als hij in 1877 in Vries het buitenhuis Rezaggo koopt van de erven van de eveneens doopsgezinde Izaac Blaupot ten Cate. Hij richt er een atelier in en schildert vanaf dan veel in Drenthe. Pas na het overlijden van vader Klaas in 1881 besluit Taco echt het voorbeeld van H.W. te volgen en de zaak aan zijn jongste broer Gilles te laten.
Datzelfde jaar ontmoet Taco in Vries Geesje van Calcar. Mogelijk kent hij haar al uit de doopsgezinde gemeenschap, maar ze is bijna 21 jaar jonger. Geesje wordt in 1850 in Hoogezand geboren als dochter van arts Berend van Calcar en zijn echtgenote Barbera Christina de Boer. Nadat Geesjes verloofde - een medicijnenstudent – aan t.b.c. is bezweken, vindt ze troost in een opleiding aan Academie Minerva. Bijna aan het eind van haar studie, wordt ze door haar docent Egenberger naar Vries gestuurd om daar wat landschappen te schilderen. Aangemoedigd door Taco volgt Geesje daarna een half jaar in Brussel lessen bij Paul Gabriel.
Den Haag
Op 4 november 1882 trouwen Taco Mesdag en Geesje van Calcar in Hoogezand. Ze vestigen zich in Den Haag, waar Taco dan al ruim een jaar woont. Net als H.W. en Sientje worden Taco en Geesje lid van het Haagse Schilderkundig Genootschap Pulchri. Terwijl zijn broer jaren voorzitter is, doet Taco de penningen. De laatste maakt zich bij zijn collega’s zeer geliefd, onder andere doordat hij kastekorten soms uit eigen zak aanvult.
Naast schilders zijn Taco en Geesje kunstverzamelaars. Ze leggen een uitgebreide verzameling werken aan van de belangrijkste Haagse School-schilders. Als Taco Mesdag in 1902 overlijdt, schenkt Geesje een groot aantal van deze schilderijen aan het Groninger ‘Museum van oudheden’, dat – zoals de naam al aangeeft - in die tijd nog nauwelijks kunst in huis heeft. De door Pictura gebruikte bovenzaal wordt door Geesje ingericht tot ‘Zaal- Taco Mesdag’, met in het midden een door Charlier gebeeldhouwde buste van de naamgever.
Hoewel Geesje niet bij de opening op 18 februari 1903 aanwezig is, is ze zo ingenomen met het geheel dat ze het museum nog een tweede partij kunst toezegt. Dit keer zijn het aquarellen, die in 1905 een plaats krijgen in een aangrenzende tweede ‘Taco Mesdag-zaal’.
Het enthousiasme van het Groninger Museum kent nauwelijks grenzen. Volgens het Jaarverslag hebben bijna alle grote kranten ‘hunne kunstcritici gezonden om hun oordeel over deze collectie uit te spreken en zoo goed als eenstemmig is hun lof geweest’. Het verslag spreekt verder van ‘de groote attractie van het Museum’.
Het ‘eerelid Mevr. G. Mesdag-van Calcar’ krijgt ‘den innigen dank van het bestuur’ en die dank wordt nog groter als Geesje tienduizend gulden schenkt voor een nieuwe uitbreiding van het museum. Haar zwager H.W. legt er vijfduizend gulden bij en samen verbinden ze aan de schenking de voorwaarde dat de bovenverdieping van de nieuwe noordvleugel ter beschikking wordt gesteld aan Pictura.
Tijdens Geesjes leven blijven de Taco Mesdagzalen onveranderd, maar nadat ze in 1936 is overleden, komt de klad erin. De Haagse School wordt minder populair en door ruimtegebrek gaat het ene na het andere werk van de wand. Hoewel Taco Mesdag als schilder nooit zo populair werd als zijn broer H.W. en Geesje in de schaduw stond van haar schoonzuster Sientje, verdienen de twee dat er aandacht is voor hun werk en de door hen aan het Groninger Museum geschonken collectie.
Beno Hofman