Anna Catharina
voorstelling tijdens WinterWelVaart 2014
Tijdens WinterWelVaart 2014, van 19 tot en met 21 december, leverde ik
mijn bijdrage als 'Anna Catharina' op de gelijknamige zeilklipper van
schipper/eigenaar Gerard Hulst. Ik gaf in totaal 17 voorstellingen,
waarbij ik deels werd begeleid door Kirsten Otten op viool en deels door
Peter de Beukelaar op trekharmonika. Voor zij die het helaas (of gelukkig....?) misten, volgt hier de tekst:
Welkom, welkom, mijn naam is Anna Catharina. De enig echte!
Maar waarschijnlijk verdient dat enige toelichting. Mijn naam is namelijk nogal gewild. Veel eigenaren van schepen noemden hun schip naar mij! Bijvoorbeeld in 1980! Toen besloot de eigenaar van een Zeeuwse klipper uit 1892 die aanvankelijk de Maria Hendrika heette, zijn schip nar mij te noemen. En ook een klipper die in 1906 in de vaart kwam als de Geziena en hier nu vlakbij ligt, had vast in dat jaar mijn naam gekregen als die Zeeuw hem niet net voor was geweest. Daarom werd mijn naam voor dat schip toen maar omgedraaid en zo werd de Catharina Anna geboren.
Overigens was die Zeeuw niet de eerste die de naam Anna Catharina koos. In 1862 werd er al een aakschip naar mij genoemd, in 1890 een praam, in 1894 een paviljoenschip en in 1911 nog een roefschip. Vraag mij niet wat voor soort schepen dat precies zijn. U kunt het allemaal nakijken op de website van Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historische Bedrijfsvaartuig, LVBHB.
In 1914, honderd jaar geleden, was het helemaal raak! Toen waren er tegelijkertijd 2 Anna Catharina’s in aanbouw. Een hevelaak in Alphen aan de Rijn. En in Zwartsluis een klipperaak, op de werf van Van Goor. Die laatste was voor schipper Gerrit Wachter Rzn. En dat is dus deze Anna Catharina. Honderd jaar oud. Ja, het valt niet te ontkennen dat ik aardig geconserveerd ben voor die leeftijd, hè. Nou ja, ik heb het natuurlijk over het schip hè.
Ik heb echt iets met schepen, al van jongs af aan. Ik begon lang geleden op de grote vaart als lichtmatroos, assistent van de bootsman zeg maar. En ik moest in de mast klimmen, maken de zeilen, maken de zeilen met touwtjes vast... Ah, u kent het verhaal? Dat kan kloppen want ze hebben er een kinderliedje van gemaakt:
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen
Die wou gaan varen
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen als lichtmatroos
Zij moest klimmen in de mast
Maken de zeilen
Maken de zeilen
Zij moest klimmen in de mast
Maken de zeilen met touwtjes vast
Maar door storm en tegenweer
Sloegen de zeilen
Sloegen de zeilen
Maar door storm en tegenweer
Sloegen de zeilen van bovenaf neer
Ach kapteintje sla mij niet
Ik ben uw liefste
Ik ben uw liefste
Ach kapteintje sla mij niet
Ik ben uw liefste zoals u ziet
Zij moest komen in de kajuit
Kreeg een pak ransel
Kreeg een pak ransel
Zij moest komen in de kajuit
Kreeg een pak ransel en toen was het uit.
U zult begrijpen dat ik het hier niet had over Gerard, de kapitein van de Anna Catharina,….…. Maar ondanks deze teleurstellende ervaring, wilde ik niets liever dan verder als varensgezel! En zo kwam ik in de Groningse turfvaart terecht. Dat lijkt na de grote vaart misschien een degradatie, maar dat was het toch echt niet! Turf was het goud van vroeger, het bruine goud. En de Groningse veenkolonies waren het kloppende hart van de provincie. Turf was wat gas nu is voor Groningen, maar dan zonder aardbevings!
En de winning van turf is eeuwenoud! Zo’n stuk geschiedenis sprak mij natuurlijk aan.
Het begon al omstreeks 1400 bij Kropswolde. Speciaal daarvoor werd er in die tijd een diep gegraven, het Schuitendiep. In de zeventiende eeuw werd er verder gegraven. Er werd turf gegraven en het afgegraven veen werd met drek, stront en ander afval uit de stad vruchtbaar gemaakt. En ik was er bij. Opnieuw als lichtmatroos. En jullie zullen begrijpen, vanwege de stank die uit de schuit kwam op weg naar de veenkoloniën, dat ik maar wat graag weer in de mast klom, maken de zeilen, maken de zeilen met touwtjes vast … :
Maar door storm en tegenweer
Sloegen de zeilen
Sloegen de zeilen
Maar door storm en tegenweer
Sloegen de zeilen van bovenaf neer
Ach kapteintje sla mij niet
Ik ben uw liefste
Ik ben uw liefste
Ach kapteintje sla mij niet
Ik ben uw liefste zoals u ziet
Zij moest komen in de kajuit
Kreeg een pak ransel
Kreeg een pak ransel
Zij moest komen in de kajuit
Kreeg een pak ransel en toen was het uit.
Dat was dus mijn tweede teleurstellende varens ervaring. En jullie zullen misschien begrijpen dat ik er wel even klaar mee was, met dat bestaan als lichtmatroos. En toen kwam ik in contact met Adriaan Geerts. Ook die was wel even klaar met varen. Van hem was tussen Schiermonnikoog en Rottum een schip met laken vergaan en hij was verzeild geraakt in een langdurig proces over het bergingsloon. Om ondertussen wat om handen te hebben liet hij hier vlakbij aan de Noorderhaven een groot aantal huizen bouwen. Ja, ik heb het dan over circa 1643.
Na de bouw verkocht hij die huizen zo snel mogelijk door om weer wat geld te hebben, waarmee hij in 1647 de Muntendamse venen pachtte. Hij liet er een mooi huis bouwen dat hij Sorghvliet noemde, maar anders dan die naam deed vermoeden waren de zorgen toen nog lang niet voorbij. Hij liet een kanaal graven richting Drenthe, richting de provinciegrens, de in 1615 juist vanwege verschillende aanspraken op het veen door landmeter Sems vastgelegde Sems-linie. En ik was erbij!
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan graven
Die wou gaan graven
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan graven met Adriaan G
Zij moest graven in ‘t rond
Steken de spade
Steken de spade
Zij moest graven in ‘t rond
Steken de spade in natte grond
Bij provinciegrens beland
Stonden de Drenten
Stonden de Drenten
Bij provinciegrens beland
Stonden de Drenten gewapenderhand
Beste Drent sla mij niet
Ik ben uw liefste
Ik ben uw liefste
Beste Drent sla mij niet
Ik ben uw liefste zoals u ziet
Zij was een Drentse buit
Kreeg een pak ransel
Kreeg een pak ransel
Zij was een Drentse buit
Kreeg een pak ransel en toen was het uit.
Het gevecht met de Drenten vond plaats in 1654. Adriaan Geerts, en ik, konden dus niet verder richting Drenthe, maar hij was wel de grote bedwinger van het veen, de vanger van het wild….. Zijn naam werd dan ook Wildervank, Adriaan Geerts Wildervank. En één van de door hem gestichte plaatsen werd naar hem Wildervank genoemd. De andere plaats die hij stichtte was Veendam.
Ondanks drie pakken ransel had ik mijn liefde voor de turfwinning en voor het varen behouden en de volgende stap was dan ook niet meer dan logisch: ik zocht een turfvaarder die zijn schip naar mij wilde noemen. En zo kwam ik honderd jaar geleden in Zwartsluis terecht bij Gerrit, Gerrit Wachter. Hij zag mij en was natuurlijk direct verloren. En zo werd deze Anna Catharina geboren.
Overigens gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat een latere eigenaar mijn naam in 1943 schrapte en er ‘Frans Naerebout’ van maakte. Een rare fout! Gelukkig werd in 1982 weer alles teruggedraaid. Het werd weer Anna Catharina, nu met een tweede mast en ruimte voor jullie. Dus ben ik weer met alle liefde lichtmatroos. En ik moest in de mast klimmen, maken de zeilen, maken de zeilen met touwtjes vast...
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen
Die wou gaan varen
Daar was laatst een meisje loos
Die wou gaan varen en toen was het uit!