Het Groninger gemeenteraadslid W.J. Roelfsema Hzn deed in de Groninger Volksalmanak van 1920 een boekje open over oud-burgemeester Jan Slot, die vanaf 1824 woonde in het herenhuis Hoge der A 7, 'De drie vlasblommen'. Na twee jaar wethouderschap werd hij in 1853 benoemd tot burgemeester. In zijn eerste redevoering als burgemeester sloeg Slot direct krachtige taal uit. Hij eiste ‘naauwgezette pligtsbetrachting’ van zijn ambtenaren en had ‘groote plannen’. Zo voerde hij een nieuw uniform voor politiemannen in: de dienders eerste klas kregen één zilveren streep op de mouw, die van de tweede klas twee en van de derde klas drie. Deze ‘averechtse onderscheidingsteekenen’ waren maar een kort leven beschoren.

Ondanks dat Slot bijna tien jaar lang burgemeester was, was zijn reputatie volgens Roelfsema in de GVA bedenkelijk. Slot gaat de geschiedenis in als een niet al te intelligente man. Zo gaat het verhaal dat hij bij ziekte eens een briefje op zijn deur liet hangen met de tekst ‘de burgemeester is niet slimmer’. In plaats van dat de bevolking opgelucht was omdat Slots situatie blijkbaar niet ‘erger’ was geworden (‘slimmer’ in het Gronings), hield ze in dit geval liever de Nederlandse betekenis van het woord aan. 

In 1862 kreeg Slot ongevraagd eervol ontslag en werd zijn collega-wethouder Willem de Sitter tot zijn opvolger benoemd. De pers speculeerde dat zijn leeftijd (67 jaar) de reden was, maar volgens Roelfsema lag de oorzaak voor het ontslag bij de intellectuele capaciteiten van Slot: ‘Het was immers algemeen bekend, dat de heer Slot niet bepaald tot de snuggersten behoorde.’ 

Beno Hofman