Bestuurscrisis
Val College van B&W
Groningen krijgt na de verkiezingen van 1970 traditiegetrouw een afspiegelingscollege. Het college van B&W bestaat uit Wim Hendriks en Max van den Berg namens de grootste partij, de PvdA. De inmiddels samenwerkende christelijke fracties - KVP, ARP en CHU - leveren P.G. van Delden en F.H. von Meijenfeldt. Namens de VVD wordt mej. A.C.C. Nijhoff wethouder en voor de CPN neemt H. Niemeijer zitting in het college van B&W. In de zomer van 1972 leiden meningsverschillen over de begroting en het te voeren beleid tot een crisis.
Bestuurscrisis 1972
In de raadsvergadering van 4 september 1972 wijt wethouder Nijhoff de besluiteloosheid en het tijdgebrek van het college aan ‘eindeloze vergaderingen’ besteed aan visies van een minderheid. Von Meijenfeldt acht het onmogelijk verder samen te werken ‘met iemand wiens geestes- en denkwereld zodanig verenigd is, dat hij meent vanuit een machtssyndroom de mensen en de ontwikkeling te kunnen beheersen’. GPV en de gezamenlijke christelijke fracties dienen een motie van wantrouwen in tegen Van den Berg, maar deze wordt weggestemd door de meerderheid van linkse partijen. Hierop besluiten Van Delden, Von Meijenfeldt en Nijhoff af te treden en Hendriks, die het vertrouwen van zijn fractie heeft verloren, doet hetzelfde. Op 9 oktober heeft Groningen een nieuw college met Van den Berg, Wallage, Barmentloo (PvdA), Van Santen, Niemeijer (CPN) en Staatsen (D’66). Het eerste linkse college van Nederland!
Bestuurscrisis 1992
Na de verkiezingen van 1990 krijgt Groningen een college van PvdA, D’66 en CDA. Omdat D’66 evenveel wethouders wenst als het CDA, krijgt het college dan zeven wethouders: Gietema, v.d. Vondervoort, Westerhoff (in ’91 vervangen door Huisman) ( allen PvdA), Pijlman, Hasselaar (beide D’66), Westerink en Morssink (beide CDA). Het gaat mis in 1992 als blijkt dat de gemeente Groningen 58 miljoen gulden (ruim 26 miljoen euro) heeft verloren als gevolg van falend bestuurlijk toezicht op de Groninger Kredietbank (GKB), een gemeentelijke instelling op het terrein van schuldhulpverlening. GKB-directeur Ketelaar heeft zich eigenmachtig als hypotheekverstrekker op de commerciële markt begeven. Omdat de betrokken debiteuren hun verplichtingen niet nakomen, draait de gemeente Groningen voor de kosten op. Naar aanleiding van de zaak tracht wethouder Ypke Gietema zijn bestuurlijk verantwoordelijke PvdA-collega's Piet Huisman en Tonny van de Vondervoort over te halen op te stappen, maar zonder resultaat. Daarop treedt Gietema "uit diepe schaamte" over de affaire op 2 april 1992 zelf af. Een dag later volgt Huisman, die nog geen jaar wethouder is geweest, alsnog zijn voorbeeld. Opvolgers worden resp. Willem Smink en Klaas Swaak.
Bestuurscrisis 2012
Na de verkiezingen van 2010 krijgt Groningen opnieuw een links meerderheidscollege. Frank de Vries (PvdA): o.a RO en Sport; Karin Dekker (GroenLinks): Financiën, Verkeer en Vervoer; Ton Schroor (D66): o.a Economische zaken en Innovatie, Cultuur, Grote Markt Oostzijde/Forum; Jannie Visscher (SP) Welzijn en Zorg, Ouderen, Reiniging, Stadsbeheer en Ecologie, Recreatie, Integratie, Emancipatie; Elly Pastoor (PvdA) Sociale Zaken, DSW Stadspark, Onderwijs, Jeugd. Op 26 september 2012 bieden de wethouders Dekker (GL), De Vries en Pastoor (beide PvdA) hun ontslag aan na onenigheid binnen het college over de aanleg van de regiotram. Eerder die dag maken de wethouders Schroor (D66) en Visscher (SP) op een persconferentie bekend dat zij geen verantwoordelijkheid willen nemen voor de begroting voor 2013 waarin de aanleg van de tram is verwerkt.
Beno Hofman