De vrouwelijke wethouders van Groningen
mevr. Aarsen-Jansen was in 1945 de eerste
In 1945 meldt burgemeester Cort van der Linden vol trots dat Groningen de eerste grote Nederlandse gemeente is met een vrouwelijke wethouder. In 2014 is de situatie volledig anders. Na het vertrek van wethouder Jannie Visscher (SP), krijgt Groningen een college van B&W zonder vrouwelijke inbreng. Vijf jaar later wordt dit herstelt en krijgt Groningen voor de vierde keer in de geschiedenis drie vrouwelijke wethouders.
De allereerste vrouwelijke wethouder van Groningen is in 1945 Leida Aarsen-Jansen. Op 29 oktober 1945 wordt mevrouw Aarsen-Jansen, zoals ze formeel altijd wordt genoemd, door burgemeester Cort van der Linden benoemd in de ‘tijdelijken gemeenteraad’. Vanaf 1935 heeft ze daarin al namens de SDAP gezeten. Tot haar grote verrassing wordt Aarsen-Jansen samen met SDAP-collega Molendijk, VDB’er De Wilde en RKSP’er Hulsman gekozen tot wethouder.
Op 3 september 1962 legt mevrouw Aarsen-Jansen (› stadsverhalen-Groninger Archieven) haar functie neer. Het Groningse college van B&W wordt weer voor acht jaar een mannenbolwerk. Na de verkiezingen van 1970 keert VVD-wethouder Wolters niet terug in het college en wordt hij opgevolgd door zijn partijgenote Jes Nijhoff. Zij zit met een korte onderbreking van1962 tot 1976 in de gemeenteraad. Haar wethouderscarrière duurt echter veel korter. Met de ‘linkse coupe’ komt er in september ’72 al een einde aan haar wethouderschap.
Dit keer duurt het veel langer voor Groningen weer een vrouwelijke wethouder krijgt. Tonny van de Vondervoort wordt na vijf jaar fractieleidster te zijn geweest voor de PvdA, in april 1986 de derde vrouwelijke wethouder in de Groningse geschiedenis. Zij komt na de verkiezingen van 1994 voor de derde keer in het college van B&W, maar vertrekt in september van dat jaar om staatssecretaris te worden. Even zit het college zonder vrouw, maar na het plotselinge vertrek van D’66-wethouder Frans Hasselaar wordt in december zijn partijgenote Joan Pieters-Stam benoemd.
In 1998 raakt D’66 een van de twee wethouderszetels kwijt en daarmee verdwijnt Joan Stam uit het college. Karin Dekker (Groen Links) lijkt haar plaats in te gaan nemen, maar de PvdA geeft uiteindelijk de voorkeur aan de VVD waardoor er opnieuw een vrouw-loos college ontstaat. Wel pleit PvdA-leider Willem Smink dan nadrukkelijk voor de benoeming van een vrouwelijke burgemeester.
Drie vrouwelijke wethouders
Hoewel het aantal wethouders in 2002 teruggaat van zes naar vijf is Karin Dekker er in 2002 wel bij. Door het tussentijdse vertrek van Wicher Pattje krijgt Groningen in augustus 2004 met José van Schie (PvdA) voor het eerst in de geschiedenis twee vrouwelijke wethouders. In mei 2005 komt er zelfs een derde vrouw in het college doordat Martine Visser (CDA) haar vertrekkende partijgenoot René Paas opvolgt. Na de verkiezingen van maart 2006 is zij al weer weg als wethouder, maar maakt Jannie Visscher (SP ) het drietal weer compleet in een college dat dan weer uit zes wethouders bestaat.
Doordat Groningen na de verkiezingen van 2010 met Elly Pastoor (PvdA) voor José van Schie weer drie vrouwelijke wethouders krijgt, ontstaat een unieke situatie. De gemeente is namelijk weer teruggegaan naar vijf wethouders en zo heeft Groningen voor het eerst meer vrouwelijke dan mannelijke (De Vries en Schoor) wethouders. De bestuurscrisis maakt hier in 2012 een einde aan. Alleen Jannie Visscher blijft en krijgt vijf mannelijke collega's. Bij de collegevorming van 2014 verdwijnt ook zij en krijgt Groningen een volledig vrouw-loos gemeentebestuur .
Door de gemeentelijke herindeling wordt Groningen op 1 januari 2019 niet alleen een stuk groter, maar gaat ze ook van vijf naar zeven wethouders. Het college van B&W, bestaande uit Groen Links, PvdA, D66 en Christen Unie, krijgt een man-vrouw verhouding van 4-3. Met de benoeming van Glimina Chakor (Groen Links), Carine Bloemhoff (PvdA) en Inge Jongman (Christen Unie) wordt het gemis van de afgelopen vijf jaar herstelt en krijgt Groningen voor de vierde keer een college met drie vrouwen.
Beno Hofman