Eindelijk 200.000 stadjers!
Bevolkingsgroei door de eeuwen heen
De gemeente Groningen heeft eindelijk de lang gehoopte 200.000 inwoners! In de jaren zestig voorspelt men er in het jaar 2000 al dik overheen te zijn. Er wordt zelfs gedacht aan een groei naar een half miljoen. Niemand houdt er dan rekening mee dat de stad die magische grens uiteindelijk alleen weet te bereiken dankzij een explosieve groei van het aantal studenten. En dat de groei van 150.000 naar 200.000 inwoners vijftien jaar langer duurt dan die van 100.000 naar 150.000.
Eeuwen groeit de stad maar langzaam. In 1795 worden er 23.770 inwoners geteld, waarmee Groningen na Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Leiden overigens wel de zesde stad van het land is. Omdat er maar eens in de tien jaar wordt geteld, is het niet precies te zeggen wanneer Groningen op 50.000 komt. Het moet ergens in de jaren tachtig van de negentiende eeuw zijn.
Honderdduizendste
Anders is dat met de honderdduizendste inwoner. Deze wordt, niet geheel onverwacht, geboren in de nieuwe Oranjebuurt. Het is op 13 april 1927 Frederik Johannes Gramsbergen op Graaf Adolfstraat 68b en de krant is er als de kippen bij. Hoewel Gramsbergen sr. liever niet wordt gefotografeerd, is hij wel blij met de geschenken. Burgemeester Bosch van Rosenthal en gemeentesecretaris Van der Blij komen met een zilveren bestek en tweehonderd gulden spaargeld voor de kleine. En van andere kanten komen een levensverzekeringspolis, een pop, een aquarium, een taart, een paar bretels en 200 eieren!
In 1950, als de gemeente inmiddels 136.556 inwoners telt, wordt een Structuurplan voor de toekomst opgesteld. Hierin gaat men uit van een groei naar 180.000 inwoners. Een eerste mijlpaal wordt op 30 mei 1963 bereikt als de 150.000ste inwoner wordt ingeschreven, de pasgeboren Wybe Klaverdijk. Duurt de groei van 100.000 naar 150.000 36 jaar, de volgende 50.000 worden aanzienlijk sneller verwacht. Gebiedsuitbreiding is onvermijdelijk en zo worden per 1 januari 1969 de gemeente Hoogkerk, bijna de gehele gemeente Noorddijk en stukjes Haren, Bedum en Adorp bij Groningen gevoegd. Het levert ongeveer 11.000 extra inwoners op en zo telt de gemeente op 1 januari 1970 ineens 171.115 inwoners.
Einde van de groei
Maar vanaf 1972 is het plotseling gedaan met de groei. Het inwonertal loopt terug, met als gevolg dat er aan het begin van de jaren negentig ‘nog maar’ 168.702 stadjers zijn. De groei die dan weer inzet, heeft een heel andere oorzaak dan die van voor 1970. Dat de 200.000ste stadjer geen pasgeborene is maar een (buitenlandse) medewerker van de universiteit past precies in het beeld. De nieuwe groei is namelijk toe te schrijven aan de onderwijsinstellingen. In 1970 bedraagt het aantal aan de universiteit ingeschreven studenten ongeveer 10.000 en aan de verschillende instellingen voor hoger beroepsonderwijs alles bij elkaar nog geen 4.000. Vooral vanaf het eind van de jaren negentig groeit dit aantal fors.
Inmiddels tellen Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool samen ruim 56.000 ingeschreven studenten. In vergelijking met 1970 heeft de gemeente nu 29.000 inwoners meer, terwijl de instellingen voor hoger onderwijs zijn in dezelfde tijd met 42.000 gegroeid! Weliswaar wonen niet al deze studenten in de stad en zijn daar ook geboren Groningers bij, maar dat geldt in 1970 ook al. Het mag duidelijk: zonder de explosieve groei van het aantal studenten zat de gemeente nog altijd op het niveau van 1970 of zelfs lager…..