Pieter Roelf Bos en zijn atlas
De Bos-Atlas
In 2002 bestond de Bos-atlas 125 jaar en werd er in het Noordelijk Scheepvaartmuseum aandacht hieraan besteed. Voor mij was dat aanleiding een aflevering Beno's Stad aan de maker Pieter Roelf Bos te wijden.
Pieter Roelf Bos werd in 1847 in de Bloemstraat in de stad Groningen geboren. Zijn vader was onderwijzer aan het Instituut voor Doofstommen. Eigenlijk werd Pieter Roelf te vroeg geboren, want zijn jongere broers (Jan Ritzema en Hemmo) konden naar de in 1864 opgerichte RHBS en daarna naar universiteit en werden in tegenstelling tot hun oudere broer grote geleerden. Voor P.R. zat dat er niet in, waardoor hij geen benoeming aan de universiteit kreeg en niet verder kwam dan het leraarschap.
Bos junior volgde zijn vaders voorbeeld en ging naar de Rijkskweekschool in de Pelsterstraat. In 1866 werd hij hulponderwijzer in Witmarsum, maar zijn ambities reikten verder en twee jaar later was hij in Groningen terug om MO-actes Nederlands en Aardrijkskunde te halen. Ondertussen gaf hij les op het 'progymnasium' in het Kreupelstraatje. In 1872 werd Bos leraar Nederlands en Aardrijkskunde aan de HBS in Warffum. Omdat er geen geschikte leermiddelen waren, besloot Bos ze zelf te maken. Zo verscheen in 1875 bij uitgeverij Wolters zijn ‘Leerboek der Aardrijkskunde’. Bos kreeg de smaak toen goed te pakken.
De Bos-atlas
In 1875 kreeg P.R. een aanstelling in zijn geboortestad aan de RHBS. En in zijn huis aan de Sint Walburgstraat maakte hij een ‘Beknopt leerboek der Aardrijkskunde’ en een ‘Atlas der geheele aarde’. Dat was het nog niet helemaal, maar toen hij het volgende jaar – in 1877 - volgens Alexander von Humboldts principe ‘Nur leer scheinende Karten prägen sich dem Gedächtnisse ein’, maakte hij een ‘Schoolatlas der geheele aarde in 29 kaarten’. De atlas was volledig in kleur en naast topografische kaarten waren er ook staatkundige, natuurkundige en thematische kaarten opgenomen. Maar de belangrijkste verschillen met Bos’ eerste atlas was het grotere formaat en het vereenvoudigde kaartbeeld. ‘De behoefte aan duidelijke atlassen, die niet met namen zijn overladen, doet zich steeds meer gevoelen’ lichtte Bos in het ‘Bericht’ voor in de atlas de vereenvoudiging toe. Volgens de auteur was ‘beperking tot het noodige steeds meer een vereischte’. Daarom had Bos het aantal plaatsnamen flink teruggebracht, maar zijn oude standplaatsen Witmarsum en Warffum behoorden kennelijk tot ‘het noodige’, want beide kregen wel een plekje op de nieuwe kaart van Nederland.
Bos maakte ook series schoolplaten en hield lezingen, bijv. voor het Natuurkundig Genootschap, waar directeur Groneman van de RHBS in het bestuur zat en Bos vroeg te spreken over ‘de verbreiding der mensen over het oppervlakte der aarde’ en over ‘steppen en woestijnen’. En al had Bos dan niet zoals de meeste anderen gestudeerd: hij kwam in 1891 ook in het bestuur van dit genootschap. Binnen dat bestuur pleitte Bos met succes voor het oprichten van een ‘Centraal bureau voor kennis van de provincie Groningen en omgelegen streken’. Bos werd zelf voorzitter en zag er zo op toe dat er bij de afgraving van terpen geen kennis verloren ging. En in het eigen blad schreef hij over bijvoorbeeld ‘Spijkerboomen te Yde’ en ‘Dassen in Groningen’. In 1882 verhuisde Bos naar Nieuwe Boteringestraat 72. Hij kreeg kanker, overleed in 1902 op 55 jarige leeftijd en werd op de Noorderbegraafplaats begraven.
Beno Hofman