Sociaal-democraten na 95 jaar niet meer de grootsten in Stad
Nardus de Vries eerste sociaal-democratische wethouder
Voor het eerst in 95 jaar hebben de sociaal-democraten (SDAP/PvdA) niet de grootste fractie in de Groningse gemeenteraad. Hoewel ze de gemeenteraadsverkiezingen van 22 mei 1919 duidelijk winnen en op 11 zetels komen, krijgen ze door te hoge eisen dan nog geen wethouders. Dat gebeurt pas in 1923 in de persoon van N.A.('Nardus') de Vries.
Groningen is in 1897 de eerste grote gemeente van Nederland waar de Sociaal Democratische Arbeiders Partij een zetel in de gemeenteraad verovert. Johan Schaper, drie jaar eerder een van de oprichters van de partij, wordt het eerste Groningse SDAP-raadslid. In 1901 voegen Eltjo Rugge en Gerrit Nanninga zich bij hem. De fractie groeit in 1907 naar 5 raadsleden. Op 6 juli 1917 wordt voor het eerst - nog altijd volgens het districtenstelsel - gekozen volgens het algemeen kiesrecht. In de drie Groningse districten kan worden gestemd voor 11 van de in totaal 35 raadszetels. Vijf SDAP'ers - M.J. Reisiger, J. Zuidema, H. Hollander, B.J. Mengerink en J. Wacht - worden gekozen en voegen zich bij E. Rugge, G. Nanninga, L.J.H. Eversen en N.A. de Vries. Na de Liberale Unie (10 zetels) is de SDAP dan de grootste partij geworden. Hoewel de andere partijen proberen de gematigde Eversen tot wethouder te benoemen, bedankt deze voor de eer omdat zijn partij hier alleen aan wil als ze een meerderheid in de raad heeft.
SDAP grootste
In 1919 treedt voor het eerst de raad in zijn geheel af en wordt op 22 mei een helemaal nieuwe raad gekozen. De SDAP wordt met 11 zetels met afstand de grootste partij. Het SDAP-congres heeft het wethouder-standpunt inmiddels genuanceerd, maar stelt nu wel de voorwaarde dat de partij twee van de vier wethouderszetels moet krijgen. Doordat de andere partijen hiermee niet akkoord gaan, blijft de partij opnieuw buiten het college van B&W. De Liberale Unie, die is teruggevallen naar 2 zetels, levert daardoor opnieuw twee wethouders (G. Nijhoff en A.I. Catz) en de andere twee komen van de 3 zetels tellende Vrije Liberalen (W.G. van den Berg) en de Vrijzinnig Democratische Bond van 5 zetels (H.J. Sissingh).
Eerste wethouder
Vier jaar later, als de raad wordt uitgebreid naar 37 zetels, haalt de SDAP er opnieuw 11 en weer is er sprake van een grote overwinning. Dit keer neemt de partij wel genoegen met 1 wethouderszetel. Drie van de zittende wethouders (Sissingh, Van den Berg en Catz) worden zonder probleem herkozen door de raad, maar N.A.('Nardus') de Vries wint het overtuigend van de CHU'er J.H. Voerman en wordt zo op 4 september 1923 de eerste sociaal-democratische wethouder van Groningen. Hij neemt de portefeuilles Volkshuisvesting en Openbare Werken over van wethouder Sissingh, die nu Financiƫn gaat doen. Het wethouderschap van De Vries duurt echter niet lang: hij wordt in het voorjaar van 1924 ernstig ziek en moet worden vervangen door Eltjo Rugge. In november 1924 overlijdt de SDAP-wethouder en volgt Rugge hem echt op.
Aflevering Beno's Stad over 'Nardus' de Vries, uitgezonden op 4 maart 2010 op OOG TV en herhaald op 19 maart 2014.
Meer wethouders
De SDAP haalt meerdere verkiezingen 11 zetels, ook als de raad in 1931 is uitgebreid naar het huidige aantal van 39. In 1935 krijgt de partij er nog een zetel bij en wordt Hermen Molendijk naast Rugge de tweede SDAP-wethouder. Ook in '39 als er weer een SDAP-zetel bij komt, krijgt de partij deze twee als wethouder. Nadat de PvdA in 1946 ontstaat uit een samengaan van SDAP, VDB en Christen Democratische Unie, scoort de partij direct goed bij de gemeenteraadsverkiezingen. De 15 zetels van dat jaar zijn goed voor 3 wethouders. Sindsdien zijn er nooit minder dan 2, maar dat is met de verkiezingsnederlaag van 2014 voorbij.
Beno Hofman